Verantwoord crossen over het water....

8 november 2018

De chauffeur die ons met een busje tot Atjoni heeft gebracht, houdt ons bij de vertrekplaats van de korjalen goed in de gaten. We mogen in de chaos de boot niet missen. We hebben ff tijd om wat ijskoud water in te slaan in een overvolle Chinese supermarkt. Dan duikt onze gids voor de komende dagen op, Cooksey. Een gespierde Marron op traditionele wijze, met omslagdoek, gekleed. Marrons zijn afstammelingen van Afrikanen, die in het verleden de oerwouden zijn ingevlucht, weg van de plantages. ‘We gaan zo’ zegt Cooksey. Dat kan hier veel betekenen. We bekijken de chaos bij de boten vanuit een afstand. Scholieren stappen in om naar hun eigen dorp aan de rivier te varen. Verder is er tumultueuze bedrijvigheid. Passagiers en goederen moeten worden ingedeeld in de boten. Omdat de weg bij Atjoni ophoudt, moet vanaf dit punt alles per korjaal worden vervoerd. De bootsmannen delen de spullen die mee moeten vakkundig achter in de boot in. Er gaat een grote zeil over heen, zodat bij calamiteiten de goederen gespaard blijven. Daarna kunnen de passagiers instappen. Atjoni is ook de plek waar mensen elkaar soms na een lange tijd weer zien. De begroetingen zijn hartelijk. Er wordt luid geroepen en geknuffeld. Ook worden boodschappen meegegeven voor andere dorpen. Eerst vertrekken de korjalen met scholieren. Ze dragen allemaal een zwemvest. De bootman controleert streng en vertrekt niet eerder voordat alle scholieren een vest om hebben. Dan vertrekken de korjalen met bewoners van de dorpen. Ze zitten rustig, kennen de rituelen. Mutsen worden opgezet, paraplu’s tegen de zon opgestoken. De ‘beladers’ die hebben geholpen bij het plaatsen van de goederen in de korjalen, trekken zich terug in een kroegje vlakbij de wal voor een biertje en een middagdutje. 

Cooksey verschijnt uit het niets en zegt: ‘We gaan zo’. Hij neemt onze bagage in beslag en brengt die naar een korjaal. Na verloop van tijd keert hij terug. ‘We gaan’. We wachten af, maar dit keer stappen we echt in. We zitten naast Cooksey en de bootsman met een gezelschap van 6 mensen in de korjaal. De bootsman dirigeert ons naar onze plekken. Dat is een belangrijk moment. Het is namelijk laag water op de Suriname Rivier en verkeerd laden kan betekenen dat we vastlopen op de rotsen die net onder het wateroppervlak schuilen. Als iedereen zit, vertrekken we in vliegende vaart. De 40 buitenboordmotor van 40 pk geeft de ranke korjaal een flinke snelheid. Pas na enige tijd bij de eerste ondiepte begrijpen we waarom de bootsman zich zo nadrukkelijk heeft bemoeid met de plaatsing van de personen en goederen. Met een flinke vaart naderen we een rotspartij. Ik kan niet inschatten wat er onder water zit. De bootsman wel. Op een bepaald moment kantelt hij de motor uit het water, terwijl de korjaal voort glijdt. We voelen de rotsen aan de onderkant van de boot. Dat is ff wennen. De bootsman laat de motor daarna weer in het water en gast af op de volgende barricade. Dezelfde procedure volgt. Snelheid maken, op het laatste moment de motor ophalen, glijden, gebonk onder de korjaal van de rotsen, dan glijden en gas er op. 

Bij de zoveelste stroomversnelling is er tumult. Een te zwaar belanden korjaal zit klem tussen de rotsen. De bootsman geeft vol gas, maar er komt geen beweging in de boot. Cooksey schreeuwt naar onze bootsman dat hij naar de rotsen moet sturen. Het wordt stil in de boot. Cooksey spring behendig op een van de rotsen en klautert in de richting van de vastgelopen korjaal. Twee man bereiken de voorkant van de boot. Een derde man arriveert. Het is hier een vaste wet dat men elkaar in dit soort situaties helpt. Dat is ook noodzakelijk, omdat de korjaal door de stroming verder tegen de rotsen gedrukt kan worden en uiteindelijk kan vergaan. Er wordt in de boot die vast zit gehoost (zie de video) en de mannen trekken aan de voorkant van de korjaal. De motor jankt. Een van de mannen pakt een touw, maakt dat aan de voorkant van de boot vast, springt in het water en begint van daar uit te trekken. De boot komt langzaam in beweging. Met een laatste duw komt er weer vaart in. We halen diep adem. Na een vaartocht van anderhalf uur slaan we een zijarm van de rivier in. Knini Paati komt in zicht. De bootsman manoeuvreert de boot vakkundig langs de wal. We stappen uit en worden verwelkomd met kokosnoossap. De inlanders slaan de kop van de noot er met een manchette vanaf en leggen die dan in de koelkast. Als het sap in de noot koud is, plaatsen ze er een rietje in. Heerlijk! We verheugen ons op ons verblijf.

4 Reacties

  1. Marijke holt:
    8 november 2018
    Het verblijf hebben we toch al gelezen.
    Wat een heerlijke verhalen. Wat n verbondenheid onderling.
    Ontroerend. Waren we allemaal maar zo. Gewoon helpen.
  2. Mandy:
    8 november 2018
    Machtig mooi verwoord allemaal...Gerard en ik waren in februari in Su en dit is een herbeleving van ons korjaal avontuur
  3. *= ):
    11 november 2018
    je adem inhouden helpt wel, is jullie boor wat lichter! wel een spannend korjaaltjes gebeuren! vragen ze ook of je kan zwemmen?
  4. Dick Holt:
    11 november 2018
    Nee hoor je hoeft niet te kunnen zwemmen. Zwemvest is verplicht. Tenminste zij moeten dat in ieder geval een keer tegen je zeggen. Niemand trekt zo'n ding aan!