Vreemde snoeshanen en brand aan zee......

10 november 2018

Op vrijdagmorgen staan we op de gebruikelijke tijd op. Rond 7.00 uur. Het is al even licht, maar nog wel heerlijk koel. We ontbijten in alle rust een douchen daarna. Tijd om ons plan voor deze dag uit te voeren. In een van de reisgidsen zagen we een verhaal over een Hindoestaans bedevaartsoord in Weg naar Zee en een crematorium dat daar vlakbij ligt. De dag er voor hebben we al even geïnformeerd bij Soenil, een Hindoestaan, die in het hoofdhuis woont. ‘Best de moeite waard. Als je er om 2 uur bent, kun je een crematie bijwonen.’ We zeiden tegen hem dat we daar even over na moesten denken. 

De plek van het bedevaartsoord ligt op een moeilijk te bereiken plek, maar daardoor laten we ons niet uit het veld slaan. Rond 11.00 uur vertrekken met de PL-bus, Paramaribo-Lelystad, naar Paramaribo. Bij het eindstation is het even zoeken naar een taxi. Die moet ons naar het bedevaartsoord kunnen brengen. De lokale bussen rijden daar slechts incidenteel naar toe. We raken na verloop van tijd in gesprek met een taxichauffeur. ‘Ik rijd op de meter’ roept hij ons toe. Op zijn mobiele telefoon heeft hij een app geïnstalleerd die voor meter moet doorgaan. Ik vraag hem hoeveel het kost om ons naar het oord te brengen. ‘Ongeveer 40 SAD’. 40 Surinaamse Dollar is ongeveer 5 Euro. We overleggen. ‘Dat gaat vast meer worden’ dien ik hem van repliek.   ‘Nou, misschien 50 SAD’. We stappen in. Ik herhaal dat ik maximaal 50 SAD betaal. Geen antwoord, wel een Hindoestaanse glimlach. Ik kijk hem nog een keer recht in de ogen. Dat moet voldoende zijn. We rijden met flinke vaart richting Wijk naar Zee. ‘Ik weet waar het is’. Een geruststellende gedachte. De snelheid wordt nog verder opgevoerd, waarbij tegelijkertijd de afstand tot de auto’s er voor tot een minimum wordt beperkt. ‘ In Suriname hebben we geen regels’ meldt onze chauffeur in een opperbeste stemming. Ik houd de afstand tot onze voorganger angstvallig in de gaten. Uiteindelijk komen we op een lange weg naar Weg naar Zee. Aan het einde van de weg stopt de auto. Het is er stil. Het blijkt de goede plek te zijn. ‘Hier komen haast geen bussen’ meldt de chauffeur triomfantelijk. Ok, we gaan dus pokeren! ‘Wat kost het als je wacht, tot we terug zijn?’ Wederom zitten we in de onderhandelingsmodus. “Dat hangt er van af, hoe lang ik moet wachten.’ Dat klinkt niet onredelijk. ‘ We hebben 2 uur nodig en je moet ons ook nog naar de crematieplek rijden (2 km verderop). ‘ Dat is SAD 150,-‘. ‘Te veel, SAD 130.-‘ We hebben een deal. Ik geef hem 50 SAD voor de rit. ‘De rest komt, als we terug zijn.’ De chauffeur kijkt tevreden en zet zijn stoel in de slaapstand. ‘Tijd voor een slaapje.’ 

We lopen in de richting van het bedevaartsoord. Direct vallen de enorme, fel gekleurde beelden op. Beelden van mannen, vrouwen en dieren. We kunnen er moeilijk eeen duiding aan geven. De allergrootste beelden staan in de open lucht. Een dame die kennelijk bij het interieur hoort, observeert ons met respect. We vragen naar de betekenissen van de beelden. De grote beelden blijken geschonken te zijn door donateurs die zelf de vorm van de beelden hebben bepaald. De grote hoeveelheid kleinere beelden staan in afzonderlijke tempeltjes. Het zijn geen afgodsbeelden, want er is maar 1 God, Vishnu. We lopen door de tempeltjes en weten eigenlijk niet wat we er van moeten vinden. De dame meldt nog dat het een beroemd bedevaartsoord is en dat mensen uit veel landen het oord bezoeken. Niet als wij er zijn. Het is doodstil en er is geen mens te zien. De stilte grijpt ons ook aan. Na onze rondgang zoeken we de taxi weer op. De chauffeur wordt wakker. De auto keert en rijdt richting het crematorium. Op enige afstand zien we al grote rookwolken. In de morgen (om 10.00 uur) is er een crematie en een tweede is er om 14.00 uur. We stappen uit en zien een grote mensenmassa die op banken met elkaar in gesprek zijn en een ander deel dat bij de ingang van het openluchtcrematorium wacht op uitvaartstoet. In de verte zien we een grote brandstapel die al bijna aan het inzakken is. Het is de stapel van 10.00 uur. Onder een verschuifbaar afdak staat al een grote stapel hout. De lijkwagen arriveert met een spierwitte kist. De priesters en de familie kijken bij het uitladen van de kist. Die wordt door familieleden (?) naar de houtstapel gedragen. Met vereende krachten wordt de kist op de stapel gezet. De diesel gaat van de kist en er wordt er geklaarde boter (ghee) over het lijk gegoten door de priesters. Daarna gaat de deksel op de kist en wordt deze verder ombouwd met hout. Dat moet met precisie gebeuren, omdat de stappen tijdens het branden naar binnen in elkaar moet zakken. De onderkant van de houtstapel wordt aangestoken. De familie en vrienden nemen afstand. De vlammen schieten omhoog en zullen binnen twee uur de stapel in een hoop as veranderen. De mensen op de banken aan de zijkant genieten van een drankje en converseren uitbundig met elkaar. Dat blijkt, bij navraag, normaal te zijn. Thuis is al afscheid genomen van de dode en bij het in brand steken is het gewoon klaar.

We bekijken het geheel van een afstand. Met veel vragen, lopen we naar onze taxi. Hij staat er nog. We laten ons naar Sarinah rijden, een bekend Javaans restaurant. Daar smullen we van een nasi goreng compleet, aangevuld met een biertje. Een indrukwekkende dag is onze conclusie als we na een rit met een taxi en daarna met de lokale bus weer bij ‘ons’ huisje aankomen.

Foto’s

3 Reacties

  1. A. Drost:
    11 november 2018
    Heftig zo’n lijkverbranding......Mooie verhalen overigens!
  2. *= ):
    11 november 2018
    ja, dat was ook mijn reactie... heftig! eigenlijk doen we hier hetzelfde met een crematie alleen dan is het niet in de openlucht en is het op die manier geen 'schouwspel'! hier in NL zijn er maar weinig mensen die met het afscheid van een dierbare meegaan tot het in de oven schuiven! dan gaat de oven dicht en gaan we in een zaal ernaast een borrel drinken! zijn toch wel overeenkomsten...
  3. Sjef:
    11 november 2018
    ooit in Indonesie zo'n hindoestaanse lijkverbranding meegemaakt/ je loopt bijna over de botten,
    ziet zo'n vuurstapel in elkaar zakken, de lucht vol stukjes smeulend hout.Je voelde je in een totaal andere wereld,en dat meende ik ook bij jullie te lezen.